Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB8667

Datum uitspraak2007-11-15
Datum gepubliceerd2007-11-26
RechtsgebiedAmbtenarenrecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers06/3812 AW
Statusgepubliceerd


Indicatie

Ontslag ambtenaar. Zorgplicht werkgever. Verzoek schadevergoeding.


Uitspraak

06/3812 AW Centrale Raad van Beroep Meervoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [appellante], (hierna: appellante), tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 22 mei 2006, 05/1509 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellante en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht (hierna: college) Datum uitspraak: 15 november 2007 I. PROCESVERLOOP Appellante heeft hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 oktober 2007. Appellante is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. P.C.M. van Schijndel, advocaat te ’s-Gravenhage. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. S.H. Sordam en C. Rijnberg, beiden werkzaam bij de gemeente Utrecht. II. OVERWEGINGEN 1. Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gaat de Raad uit van de volgende hier van belang zijnde feiten en omstandigheden. 1.1. Appellante was werkzaam als senior bijstandsconsulent bij de dienst Maatschappelijke Ondersteuning van de gemeente Utrecht. 1.2. Op 17 april 2001 heeft appellante zich ziek gemeld in verband met chronische pijn in haar schouders, armen, polsen en handen. 1.3. Bij besluit van 20 december 2004 heeft het college, na vanwege het Uitvoerings-instituut werknemerverzekeringen een zogeheten functieongeschiktheidsadvies te hebben verkregen, appellante met toepassing van artikel 8:8 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Utrecht ingaande 1 februari 2005 ontslag verleend op grond van ongeschiktheid voor haar functie wegens ziekte. Bij het bestreden besluit van 3 mei 2005 heeft het college dit ontslagbesluit na daartegen door appellante gemaakt bezwaar gehandhaafd. 2. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. 3. Appellante heeft zich in hoger beroep, evenals in beroep, niet gekeerd tegen het haar verleende ontslag als zodanig. Zij is wel van mening dat het college haar een schadevergoeding had moeten toekennen omdat zij naar zij heeft gesteld ernstige klachten heeft van Repetitive Strain Injury (RSI) en er een causaal verband bestaat tussen deze klachten en de haar door het college opgedragen werkzaamheden. Ten gevolge van deze klachten, waardoor zij niet meer kan werken, heeft zij zowel materiële als immateriële schade geleden. 4.1. De Raad overweegt dienaangaande dat op grond van de gedingstukken en het ter zitting verhandelde vaststaat dat appellante in feite heeft beoogd om, los van het ontslag als zodanig, een zogeheten zelfstandig schadebesluit van het college te verkrijgen waarbij dit college haar een vergoeding van schade zou toekennen als onder 3. aangegeven. Naar haar mening heeft het college niet voldaan aan de zorgplicht ten aanzien van de werk-omstandigheden van appellante, die op hem als werkgever rustte. Het college heeft noch bij het bestreden besluit noch bij een andere gelegenheid een beslissing ter zake genomen. Ter zitting is namens appellante te kennen gegeven dat het voornemen bestaat alsnog een uitdrukkelijk en duidelijk verzoek tot het nemen van een dergelijke beslissing bij het college in te dienen. 4.2. Het vorenstaande brengt mee dat het hoger beroep niet slaagt en de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 5. De Raad acht tot slot geen termen aanwezig toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht inzake vergoeding van proceskosten. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep; Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak is gedaan door H.A.A.G. Vermeulen als voorzitter en J.Th. Wolleswinkel en T. van Peijpe als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van P.J.W. Loots als griffier, uitgesproken in het openbaar op 15 november 2007. (get.) H.A.A.G. Vermeulen. (get.) P.J.W. Loots. HD 30.10